De beschaving van de Azteken strekte zich in de 15e eeuw (Westerse jaartelling) uit over hedendaags Arizona en Mexico en telde zo'n 500 gemeenschappen met in totaal ongeveer 15 miljoen inwoners. Het was een rijke en ver gevorderde beschaving met mooie steden en kunstwerken.
Dagboeken van Spaanse conquis-tadores (veroveraars) als bron over de Azteekse steden:
"Tenochtitlan bood een schitterende aanblik. Bij het zien van de steden en dorpen op het water, de nederzetingen op het vasteland en die brede dam naar Tenochtitlan, zo recht en zo vlak, verbaasden se ons over de enorme stenen torens en tempels en gebouwen die uit het water oprezen. Een paar soldaten zegden dat het wel een droom leek; 'het is geen wonder dat ik hier zo over schrijf, want wat wij die dag zagen, heeft geen mens ooit eerder gezien, gehoord of zelfs maar gedroomd" (Uit: Bernal Diaz del Castillo, De ware geschiedenis van de verovering van Mexico, 1568.)
"… De hoofdstraten zijn kaarsrecht en zeer breed. Sommige van deze en alle andere straten zijn half straat en half kanaal, voor het kanoverkeer. Iedere straat wordt op geregelde afstand afgebroken en de openingen worden overdekt door bruggen van brede balken. OP vele hiervan zouden tien paarden naast elkaar kunnen lopen." (Uit: brief van Hernandez Cortes aan zijn opdrachtgeven Karel V, koning van Spanje)
Vergelijk Tenochtitlan met de toenmalige steden in Europa. Geef enkele voorbeelden van duidelijke verschillen.
De Azteekse economie en maatschappij
De vroege Azteekse economie bestond uit een soort ruilsysteem. Kleine inkopen werden betaald met cacao-bonen die werden geïmporteerd. De waarde van koopwaren varieerden van 3 bonen (voor één ei) tot 300 bonen (kleding).
Het Rijk had een ingewikkeld systeem van leiderschap en een maatschappij die uit vier verschillende klassen of standen bestond.
- De machthebbende adel
- Het gewone volk
- Lijfeigenen van de adel
- Slaven (krijgsgevangenen)
Overheidsfuncties werden normaalgesproken geërfd, maar iemand kon wel een dergelijke functie worden toegekend door een voorbeeldige dienaar van de keizer te zijn. Slavernij was heel gewoon.
Landbouw was de draaischijf van hun economie. Maïs was het belangrijkste gewas. Ook de jacht en het verzamelen waren ook zeker belangrijk voor hun bestaan. Overschotten werden opgeslagen en in moeilijke tijden gebruikt. De Azteken gebruikten landen die normaal drooglagen door een ingwikkeld irrigatiesysteem op te zetten. Ze gebruikten ondiepe meren als landbouwgrond door modder hieruit bijeen te scheppen en zo eilanden te maken die chinampas werden genoemd. Deze eilanden boden hen vruchtbaar land dat zeer geschikt was om verschillende gewassen te telen.
De Azteekse cultuur en religie


Geen opmerkingen:
Een reactie posten